De 1ste, 2de of 3de vlucht, het mycelium of concurrent-schimmels: de wereld van de champignon komt met een heel eigen vocabularium.

Ook Nathalie Desmet en Fabian Koudijzer van Desmet Champignons spreken een aardig mondje champignonees. Ze zitten dan ook al heel lang in ‘t vak. Grootvader legde in 1972 de fundamenten van het familiebedrijf in Beveren-Leie. Nathalie is er in de jaren 90 bijgekomen. Toen ze in Fabian de liefde van haar leven vond, stapte ook hij mee aan boord.

Doorheen de jaren is de technologie natuurlijk flink geëvolueerd. Toch is het DNA van Desmet Champignons onveranderd gebleven. Kwaliteit primeert op kwantiteit. Elke champignon die hier wordt gekweekt, is een champignon om fier op te zijn.

Hoe je zo’n topchampignon herkent? Aan de sneeuwwitte kleur, natuurlijk. Maar volgens Fabian merk je kwaliteit vooral in de beet. Een champignon die zachtjes tussen je tanden kraakt, is een champignon die alle tijd en zorgen heeft gekregen om uit te groeien tot een prachtexemplaar.

(lees verder onder de foto)

Dat groeiproces is trouwens een even eenvoudig als wonderlijk gebeuren. In donkere, goed afgesloten kamers staan grote bakken met daarin compost.  Door er een vochtig klimaat na te bootsen,  groeit een pluizig web van witte draadjes op die dekaarde. Als daaruit knoppen ontstaan, wordt de temperatuur naar beneden gehaald. En dan begint voor de kleine champignon het echte, grote werk.

Naast de meest bekende champignon, kweekt Desmet Champignons ook heel wat exoten: Shiitake, Beukenzwam (Shimeji) en Koningsoesterzwam (Eryngii). In het hoogseizoen koopt het tegelijk een grote variëteit aan wilde soorten aan.

1 Champignonnetje tralalala, 2 champignonnetjes trààààlalalalala  …